Vlaanderen
Klasse.be

Zo doen zij het

“Basiszorg en verhoogde zorg: we tekenen het samen uit”

  • Laatste wijziging: 22 mei 2024
  • 8 minuten lezen

De Kortrijkse RHIZO Zorgkrachtschool bevroeg het hele lerarenteam voor ze het zorgbeleid uitstippelden. Voor leerzorg leidde die enquête tot een halvering van de begeleidingsplannen op maat. En de leefzorg? Daar mikt de school op warmte en verbinding. Met als belangrijke oefening: leraren én leerlingen samen duidelijke schoolafspraken laten uitwerken.

Portret Sofie Vancraeynest
GOK-coördinator Sofie Vancraeynest: “Nog voor de start van het schooljaar kennen we de behoeften van een leerling.”

‘Sofie in het kwadraat’, noemen de 2 GOK-coördinatoren van RHIZO Zorgkrachtschool zichzelf. Het is een energiek duo. Na een gesprek van 2 uur moeten we hen vertellen dat we niet álles in het interview verwerken. Want de zorginitiatieven die de school neemt, zijn niet op 2 handen te tellen. “Ons zorgbeleid is heel intensief. Gelukkig zit de directie volledig op dezelfde lijn, en hebben we een lerarenteam dat graag meedenkt. Anders boek je geen resultaten.”    

Intakegesprekken

Sofie Vancraeynest: “Bij de inschrijving vragen we aan de ouders en de leerling of ze een zorggesprek willen. Als dat zo is, bellen we hen even later op. Zo krijgen we voor de start van het schooljaar al een gedetailleerd beeld van de behoeften van de leerling. Die bespreken we dan tijdens de zorgklassenraad, in de derde week van het schooljaar. Bij grotere noden, zoals bijvoorbeeld medische aandoeningen, roepen we de zorgklassenraad nog voor de eerste les samen.”

Sofie Ongenaert: “Soms blijkt uit zo’n telefoontje dat de ouders ons gewoon willen spreken uit ongerustheid. Omdat hun kind in een vorige school gepest werd, bijvoorbeeld. Dan merk je dat zo’n persoonlijk gesprek ouders en leerlingen helpt om met vertrouwen te starten in een nieuwe school.”

Sofie Vancraeynest: “In dat intakegesprek vertrekken we graag vanuit wat er goed verloopt. We vragen ook naar hun talenten. ‘Vertrekken vanuit wat goed verloopt, helpt een leerling om te groeien en zich te oriënteren‘, bevestigt ook talentenexpert Luk Dewulf. Is de leerling graag in actie, creatief aan de slag, is die oplossingsgericht? Alle positieve inzichten helpen om een warm schoolklimaat te creëren.”

Alle beetjes helpen om een warm schoolklimaat te creëren

Sofie Vancraeynest
GOK-coördinator

Zorgmaatregelen onder de loep

Sofie Vancraeynest: “Vaak leidde zo’n eerste telefoontje met de ouders tot een begeleidingsplan. Dat waren tot 2 jaar geleden begeleidingsplannen op maat. Tot we beseften dat we 1 op de 5 leerlingen persoonlijk begeleidden. Onhoudbaar voor een lerarenteam.”

Sofie Ongenaert: “Een voorbeeld: tijdens de examens voorzien we in de school begeleidingslokalen. Daar is het rustiger en krijgen de leerlingen meer tijd. Maar na een tijd kwamen we aan 6 begeleidingslokalen. En het was er vaak drukker dan in de gewone examenlokalen. Ander voorbeeld: leerlingen met een concentratieprobleem kregen vaak een plek op de eerste rij. Dat konden we niet meer garanderen.”

Sofie Vancraeynest: “We besloten de zorgmaatregelen op te lijsten, en voor te leggen aan de kernteams. Dat zijn 14 groepjes van 5 leraren, die telkens een leerjaar en een richting vertegenwoordigen. Bij elke maatregel vinkten ze aan of het ging over ‘brede basiszorg’ of ‘verhoogde zorg’. Na de enquête mochten alle leraren feedback geven op de resultaten.”

Sofie Ongenaert: “Wat bleek uit de bevraging? Wat we beschouwden als verhoogde zorg, verhuisde soms naar basiszorg. Vroeger gaven we de correctiesleutels alleen aan anderstaligen of leerlingen met dyslexie. Die bieden we nu standaard aan, na een afgewerkt leerstofonderdeel. 2 jaar geleden lazen we de vragen alleen voor aan leerlingen die er specifiek nood aan hadden. Nu doen we dat sowieso in de eerste en de tweede graad. We schrapten ook de regel dat leerlingen met een begeleidingsplan op maat op de eerste rij mogen zitten. Nu is de basisregel: we geven alle leerlingen een zo goed mogelijke plek.”

Sofie Vancraeynest: “Onze begeleidingsplannen krompen naar 1 op de 10 leerlingen. En we stapten voor een stuk af van de begeleidingsplannen op maat. Leerlingen met dyslexie, dyscalculie, ADHD of anderstalige leerlingen geven we nu een algemeen begeleidingsplan. De begeleidingslokalen tijdens de examens? Van de 6 zijn er nog maar 3 over. Zo garanderen we dezelfde kwaliteit in onze zorg, maar is ze tegelijk minder tijdrovend.”

GOK-coördinator Sofie Ongenaert: “Onze coaches maken van een begeleidingsplan een dynamisch document.”

Begeleidingscoaches, proactieve cirkels en herstelbeleid

Sofie Ongenaert: “Leerlingen die zich welkom voelen, presteren beter. Ze halen hogere punten en gedragen zich positiever. Daarom zetten we volop in op een warm schoolklimaat, het hele schooljaar door. Leerlingen met een begeleidingsplan mogen bijvoorbeeld een begeleidingscoach kiezen, een leraar met wie ze in de loop van het jaar samenzitten om hun begeleidingsplan te bespreken. De coach koppelt dat gesprek dan terug naar de klassenraad en het zorgteam. Zo maak je van een begeleidingsplan een dynamisch document.”

Sofie Vancraeynest: “We moedigen de leraren ook aan om de dag te beginnen met proactieve cirkelgesprekken: klasgesprekken waarbij leerlingen vertellen zonder dat anderen oordelen. Zo voelen ze zich veilig. Je begint met alledaagse gesprekken. Eens ze de methodiek onder de knie hebben, reflecteren ze over eventuele netelige kwesties zonder dat het uit de hand loopt.”

Sofie Ongenaert: “Na conflict focussen we niet alleen op straf, maar ook op herstel. In een oude schoolcultuur gaf je leerlingen een strafstudie, en daarmee was de kous af. Dat werkt niet meer. Het is belangrijk dat je conflicten in overleg oplost. Daarvoor wacht je het best tot iedereen wat afgekoeld is. Onze wijsheid: ‘Smeed het ijzer wanneer het weer koud is.’”

Samen nadenken over het schoolreglement

Sofie Ongenaert: “Hoe kunnen we ons schoolklimaat nog verbeteren? Leraren én leerlingen geven aan dat ze duidelijkere schoolafspraken willen. Kernteams van leraren én de leerlingenraad herbekijken jaarlijks of wanneer dat nodig voelt het schoolreglement. Wat kan er concreter? Een zin als ‘De leerling draagt gepaste kleding’, daarmee kan je alle kanten uit. Mag een broek met gaten? Dat was pakweg 10 jaar geleden nog ondenkbaar. Terwijl we daar nu anders tegenaan kijken. Maar op een stageplek blijft het een no-go.”

“Duidelijke afspraken maken en een herstelbeleid uitwerken, dat zijn de 2 speerpunten voor onze leefzorg. Met de werkgroep ‘Vruchtbaar schoolklimaat’, sleutelen we daar dagelijks aan. Die naam verwoordt perfect wat we willen bereiken.”

Sofie Vancraeynest: “Slagen wij er als school in om alle leerlingen een brede basiszorg te geven? We zetten in op brede zorgmaatregelen, maar scoren we daar effectief ook goed op? Om daar zicht op te krijgen, bevragen we jaarlijks leerlingen uit verschillende jaren en richtingen. Zo houden we onze brede basiszorg levendig. Want zaken die goed verlopen en verbeterpunten zijn er altijd!”


Basiszorg en verhoogde zorg, wat houdt dat in?

De evaluatie van het M-decreet toonde aan dat scholen regelmatig worstelen met een kwalitatieve leerlingenbegeleiding. Het decreet leersteun wil onder meer de basiszorg en verhoogde zorg van scholen helpen versterken. Maar wat betekenen die termen precies?

Fase 0 – Brede basiszorg

Wat hebben leerlingen nodig om te leren? 

Elke school biedt brede basiszorg. Dit is wat alle leerlingen nodig hebben om zich te kunnen ontplooien en gebruik te kunnen maken van hun talenten en mogelijkheden. De school biedt voor alle leerlingen dezelfde brede basiszorg met aandacht voor de noden van elke leerling.


Doel

Een goed uitgebouwd zorgbeleid maakt een krachtige leeromgeving mogelijk die tegemoet komt aan de onderwijsbehoeften van een diverse groep leerlingen binnen het gemeenschappelijk curriculum.


Wie?

School met eventueel ondersteuning van de pedagogische begeleidingsdienst (PBD) en het Centrum voor Leerlingenbegeleiding (CLB).


Wanneer de brede basiszorg niet meer volstaat, meldt de leraar aan bij het zorgteam en stapt het zorgteam over naar Fase 1.

Fase 1 – Verhoogde zorg

Wat als een leerling meer nodig heeft om te leren? 

Een leerling heeft soms meer zorg nodig dan de brede basiszorg. De school beslist dan samen met ouders en leerling om over te stappen naar verhoogde zorg. Het zorgteam van de school bekijkt samen met leerling, ouders en leerkracht hoe de leerling op school extra zorg kan krijgen.


Doel

Maatregelen bieden aan leerlingen bij wie ongerustheid over leerontwikkeling ontstaat zodat de gestelde leerdoelen toch bereikt kunnen worden.


Wie? 

De school in samenwerking met leerling en ouders, eventueel met ondersteuning van PBD en CLB als coach.


Zorgoverleg

De leden van het zorgteam komen op regelmatige basis samen en houden een brede kijk op het functioneren van de leerling. Ouders en leerling worden betrokken. 


Bij een stagnerende of negatieve evolutie informeert de school het CLB. Deze aanmelding kan de start zijn van Fase 2. 

Fase 2 – Uitbreiding van zorg

Wat als extra zorg op school niet voldoende is? 

Of wat als school, leerling of ouders niet goed weten wat de leerling nodig heeft om te leren of zich goed te voelen? Het zorgteam van de school vraagt dan aan de leerling en zijn ouders toestemming om de hulp van het CLB in te schakelen. Het CLB-team gaat na wat de leerling nodig heeft om te leren. Daarvoor werkt het CLB-team samen met de leerling, zijn ouders en de school. De leerling of zijn ouders kunnen ook rechtstreeks aankloppen bij het CLB.


Doel

Een beter zicht krijgen op het functioneren van een kind binnen zijn context. Samen met leerling, ouders, schoolteam, CLB en eventueel andere actoren het aanbod beter afstemmen op de zorgvraag van de leerling.


Individuele leerlingenbegeleiding door het CLB kan in deze fase van uitbreiding van zorg verschillende vormen aannemen:

  • een handelingsgericht diagnostisch traject (HGD) om een leerling binnen de school mee te nemen binnen een gemeenschappelijk curriculum
  • informatie- en adviesverstrekking zonder HGD-traject (zoals onderwijsloopbaanbegeleiding)
  • begeleiding
  • samenwerking met een leersteuncentrum 


Wie?

CLB heeft de regie in nauwe samenwerking met de leerling, de ouders en de school.


Zijn de aanpassingen in de adviesfase van het HGD-traject (Fase 2) niet redelijk of onvoldoende? Dan wordt overgegaan naar een individueel aangepast curriculum (Fase 3).

Fase 3 – Individueel Aangepast Curriculum

Wat als een leerling meer nodig heeft om te leren dan wat zijn school kan bieden?

Sommige leerlingen hebben specifieke onderwijsbehoeften. Het gemeenschappelijk curriculum volgen is moeilijk en er zijn aanpassingen nodig in de school en de klas. Die aanpassingen zijn soms niet redelijk voor de school of kunnen er niet voldoende voor zorgen dat de leerling het gemeenschappelijk curriculum kan blijven volgen.


Het CLB-team, de leerling, zijn ouders en de school kunnen dan beslissen om een IAC-verslag op te maken. Een IAC-verslag opmaken betekent niet automatisch de overstap naar een school voor buitengewoon onderwijs.


Scenario’s voor leerlingen met verslag

Ouders en leerling kiezen voor:

  • IAC in huidige school voor gewoon onderwijs, mits de school akkoord gaat
  • GC of IAC in nieuwe school voor gewoon onderwijs, inschrijving onder ontbindende voorwaarde in geval van een leerling met een IAC-verslag
  • Stap naar school voor buitengewoon onderwijs (volgens type / opleidingsvorm / IAC-verslag)


Binnen het individueel aangepast curriculum wordt er altijd nagegaan of een terugkeer naar het gemeenschappelijk curriculum mogelijk is. Voor sommige leerlingen in het secundair onderwijs kan er ook een OV4-verslag komen. Dat geeft toegang tot opleidingsvorm 4. Leerlingen met een OV4-verslag kunnen kiezen voor een traject in gewoon of buitengewoon onderwijs.

Bron: Prodia

Ive Van Orshoven en Tinne Deboes

Voeg dit artikel toe aan je bewaarde artikels

Log in om te bewaren


D

Didier

19 april 2022

Dit lees ik graan " een warm zorgklimaat". het klopt als een bus dat leerlingen beter presteren als ze zich thuis voelen, als ze zich welkom voelen op school. maar ik ben nog niet vergeten welke tegenstand er was van leerkrachten en directie's toen het m-decreet zich manifesteerde. Het protest was zo groot dat de leerlingen die nood hadden aan inclusief een grote klap in het gezicht kregen. Hoe konden leerlingen zich nog op een school thuis voelen wanneer ze letterlijk zagen dat leraren hen niet mochten. Dat ze een overlast zijn voor elke leerling.

Naar mijn aanvoelen zijn we er nog lang niet en staan we nog steeds heel veraf van het feit dat iedereen welkom is op een school. Het moet gedragen worden door iedereen en daar staan we nog ver van af. Vijf jaar lang heb ik een strijd gevoerd om meer dan een basiszorg voor een leerling te bekomen, maar wanneer de school en de scholengroep en zelfs het clb onder dezelfde koepel er niks willen aan doen ondanks attesteringen van een arts-specialist, dan blijf je als leerling in de kou en worden al je noden niet begrepen of bekeken. "Doe maar normaal zoals de anderen!" of "misschien moet je met de opendeurdagen even naar een andere school uitkijken, die wel aan je behoeften kunnen voldoen.

Wanneer schooldirectie en de scholengroep directeur weigeren in te willen gaan op gegronde klachten, dan kan je enkel nog bij de algemene ombudsman je nood klagen en die weet weinig of niks van het onderwijs af en heeft enkel een bemiddelende bevoegdheid. maar zelf hoger op in het net wordt er met gewichtige verhalen niks aangevangen. Nood aan extra zorg? Wel die krijg je wanneer men het zorgsysteem draagt en anders met je misschien maar naar het Bijzonder Onderwijs, waar je automatisch de nodige zorgen krijgt.

Dit verhaal staat loodrecht op het opbeurende verhaal over zorg op school. Het valt we op dat de basisschool beter scoort dan het secundair waar de afstand ts leerkracht een leerling nog steeds te ver is.

Didier

Reageren

Laat een reactie achter